Gisterenavond in Nieuwsuur een item over het boerenprotest dat illustratief is voor de opmerkelijke manier waarop de meningsvorming via de buis vaak wordt gestuurd. Nadat een stuk of vier ‘gewone’ plattelandsbewoners zonder kritische tegenwerping hun steun konden betuigden aan de trekkerboeren en ongeremd los mochten gaan over ‘hunnie daar in Den Haag’, zagen we aan eind een man van een jaar of 65 in Woerden een omgekeerde rood-wit-blauwe vlag in een paal hijsen.
Terwijl ie aan het touw trok, zei ie strijdlustig dat hij op deze manier zijn steun aan Oekraïne wilde bewijzen. He? Zijn vrouw die in de houding naast hem stond, keek geirriteerd op en zei pinnig, maar ook gegeneerd: ,,nee joh, steun aan de boeren. “De man keek haar niet begrijpend, bijna hulpeloos aan: ,,de boeren?” Hoe zouden die twee dat met elkaar na de opname uitpraten? Zou zij zich vandaag nog zonder mondkapje in de supermarkt durven vertonen?
Maar dit terzijde. Waar het mij hier om gaat: al die lulgesprekjes met mensen ‘in de straat’ die ook ergens iets van vinden. Wat interesseert mij dat? Niets. Het ergert me alleen. Waarom moeten wij kijkers al die particuliere gevoelens en zwamverhalen vanuit de buikstreek aanhoren?
Wat is in godsnaam de relevantie ervan? Je kunt als Nieuwsuur of Journaal vier ‘willekeurige’ mensen voor de camera trekken die die boerenacties wel zien zitten of vier die er niets van moeten hebben. Nieuwsuur kiest dan 4 trekkergroupies…waarom en wat is de fucking betekenis ervan? Nul-komma-nul. Het is beeld- en zendtijdvulling. Maar toch, ergens in de breinen van veel kijkers zullen al die warrig geformuleerde en nauwelijks beargumenteerde menigen worden opgeslagen, op de grote hoop van vooroordelen, om er later weer, nog bozer, uitgeplukt te worden.
In dit nieuwsuur-item van gisterenavond kwam alles samen: onbenul, elitehaat en het bijna kritiekloos steunen van vervuilende en rellende boeren. Maar gelukkig ….je kon om het laatste surrealistische fragment van de man die (per abuis?) Oekraïne wilde steunen ten minste nog even hard lachen. Het herinnerde aan Koot & Bie in hun beste tijden. De tijden ook dat nog niet elke Jan Doedel die geluid kon voortbrengen op de tv om z’n mening werd gevraagd.