Stikstof onderhandelaar Remkes heeft voor volgende week een gesprek op de agenda staan met onder andere Greenpeace en Natuurmonumenten. Deze beweerdelijke natuurvrienden willen echter niet onderhandelen over een verlaging van de stikstofreductie.
Deze clubs willen niet dat de halvering wordt opgeschoven naar 2035 of dat het doel wordt verlaagd naar 40 procent. Zij willen dat het Kabinet hoe dan ook vasthoudt aan de nu voorgenomen stikstofnormen. Voor deze normen is echter nog geen wettelijk kader aanwezig; er ligt slechts een uitspraak van welgeteld één rechter, die heeft geoordeeld dat de vorige koers onvoldoende inspanning was om de – eveneens van overheidswege – gestelde doelen te halen.
Daarop heeft het Kabinet de plannen dus aangepast tot de huidige, nog vóórdat dit een wet was vervat. Kennelijk kennen de bewindslieden de uitslagen van de stemmingen in de Staten Generaal al, nog voordat de wet het levenslicht heeft gezien.
Dat is knap en het getuigt van een enorme visie.
Geldschepen
Alles wat zich in ons land (en daarbuiten) uitgeeft voor ‘natuurorganisatie’ echter, dankt de inkomsten vooral aan subsidies. Het zijn dus inkomsten die normaliter niet tot stand zouden zijn gekomen, omdat maar weinig mensen bereid zijn om voor hen ook maar een stuiver op tafel te leggen.
Geldschip Greenpeace heeft 11 lobbyisten in Brussel rondlopen en besteedt alleen al 1,7 miljoen euro aan het belobbyen van louter de Europese Commissie. Greenpeace stelt een groter belang in het aan de praat houden van hun scheepjes zoals de 39 miljoen euro kostende Rainbow Warrior 3 dan aan wat van klimaat dan ook.
Een achterban heeft die club amper, dus dat gezelschap dramt uitsluitend voor zichzelf. Datzelfde geldt voor natuurmonumenten. Als zij een actuele lijst kunnen laten zien, met daarop meer dan 100.000 betalende leden, dan kunnen zij als belangengroepering enigszins serieus worden genomen, zij het met de nodige moeite.
Ons land is sinds de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw in hoog tempo ontzuild, maar het verzuilde middenveld doet nog steeds alsof dat niet zo is en vertegenwoordigt ons zonder zich daadwerkelijk om ons te bekommeren.
De professionalisering van de verzuilde organisaties heeft de afstand tot degenen die zij zeggen te vertegenwoordigen alleen maar vergroot. Een nieuw maatschappelijk middenveld heeft zich inmiddels naast de organisaties en instituties van de verzuiling kunnen nestelen. In internationaal perspectief worden zij NGO’s (non governmental organizations) genoemd, met name op de terreinen van milieu, natuur en ontwikkelingshulp.
Organisaties dikwijls met leden, maar dan wel leden die over beleid en standpunten van de NGO’s en de samenstelling van het bestuur werkelijk helemaal niets te zeggen hebben. Overheden onderhandelen ondertussen kennelijk graag met hen en sluiten het ene na het andere convenant met hen af.
Dat dreigt hier ook te gebeuren, maar al deze clubs vertegenwoordigen niets; alleen zichzelf. Remkes kan deze subsidieslurpers dan ook het best bij kop en kont pakken en subiet de tent uitgooien.