Mag ik u voorstellen: de Nederlandse overheid.
Elk van beide keuzes heeft zijn eigen bestuurlijke logica. De bivakkerende migranten in Ter Apel worden vooral als openbare ordeprobleem gezien en moeten vooral geen permanent tentenkamp vormen, dus die krijgen een paar gore plees, verder niks.
Voor Albergen geldt dat nu eenmaal een gemeente als voorbeeld moet dienen. Met smeken is het niet gelukt om er genoeg te vinden die hun verantwoordelijkheid nemen. ‘Dus we zullen het vaker zo moeten doen als gemeenten niet vrijwillig meewerken’, aldus de staatssecretaris in een onverholen dreigement.
Maar bestuurlijke logica leidt niet per se tot geloofwaardige uitkomsten. Al bijna een jaar zijn er in Ter Apel mensen zonder bed. Sinds deze zomer kwijnen ze buiten in hun vuil weg. Dus de meneer in Albergen die in deze krant opmerkte dat je ‘als het echt zo slecht is in het land waar je vandaan komt, dat beetje regen toch ook wel aankan’? Die verwoordde slechts de ontmenselijking die hem door de staat is voorgeleefd.
De houding was niet: los van alle standpunten over immigratie, krijgt iedereen in Nederland minstens een dak boven z’n hoofd, juist omdát de meeste asielzoekers vluchtelingen zijn. In plaats daarvan worden de demonstranten in hun standpunt bevestigd, uitgerekend door het kabinet dat het gewraakte besluit neemt. Want dat maakt niet met overtuiging duidelijk dat het dit de beste oplossing vindt, nee, de verzuchting klinkt dat het nu eenmaal niet anders kan. Want Europa, want verdragen, want een dreigende rechtszaak. Het is niet moeilijk om in het laffe schuilen een parallel met de stikstofcrisis te zien.
Nog een overeenkomst is de jarenlange verwaarlozing. De zogenoemde asielcrisis is niet in de eerste plaats het gevolg van een geëxplodeerde immigratie, maar van het laten vastlopen van de woningmarkt en het uitkleden van uitvoeringsorganisaties. Allemaal resultaten van het tijdperk-Rutte.
In de strijd over stikstof is het kleffe kadetje dat sinds anderhalf jaar het CDA leidt na de boerenrellen nu om gegaan. Hij publiceerde er een opstel bij, over verbinding, nog nat van de angst die er tijdens zomerse CDA-brainstorms over Caroline van der Plas en de provinciale statenverkiezingen uit is gezweet. Hij bezigt ook vaagferme taal over beperken van de asielinstroom, dus in Albergen weten ze: volhouden, hoe onredelijker des te effectiever.
Zo dragen VVD en CDA al tijden bij aan de groeiende populariteit van een steeds extremer extreem-rechts. In campagnes proberen ze ‘de rechterflank af te dekken’ met mythes over immigratiebeperking. Eenmaal aan de macht organiseren ze rancune door machteloos de handen in de lucht te gooien.
Toch vind ik het ook onbevredigend dat ik uit linkse hoek niet veel meer hoorde dan schrille veroordelingen van xenofobie in Albergen. Ik koester geen illusies, racisme zit diep in Nederland en er waren walgelijke protestborden. Maar ooit was de rook van een jihadistische aanslag nog niet opgetrokken of je kon al linkse geluiden horen over ‘niet allemaal over een kam scheren’, ‘voedingsbodem wegnemen’ en ‘radicalisering tegengaan’. Tot op zekere hoogte best verstandig.
Nu lijkt de verwachting dat als je een racist maar hard genoeg in het gezicht schreeuwt dat hij racist is, hij op een gegeven moment wel schuldbewust zal prevelen dat hij het zo inderdaad nog niet had bekeken.
De vestiging van een azc is niet simpel. Zo’n locatie begint officieel tijdelijk, maar je kunt er niet van uitgaan. Een half uurtje ten noorden van Albergen, in Hardenberg, veroorzaken vooral mannen uit veilige landen volgens de burgemeester bijna dagelijks problemen: ‘Winkeldiefstallen, drugsgebruik, dronkenschap en ongewenst gedrag naar jonge vrouwen.’
De opvang is daarbij niet eerlijk over Nederland verdeeld. Terwijl vooral het Noorden zijn steentje bijdraagt, zijn er honderden gemeenten zonder azc. Tubbergen, waar Albergen onder valt, is er eentje, maar een duidelijk antwoord op de vraag ‘waarom nu juist hier?’ is er niet.
Verscheidene bezwaarmakers verbonden hun protest bovendien met een breder ongenoegen. Niet raar, want de achterstelling van landelijke gebieden is in Nederland al te echt. Bestaansonzekerheid en maatschappelijk onbehagen ondermijnen aantoonbaar draagvlak voor asiel. Voeg daar Haagse willekeur bij en publieke geseling en je drijft mensen verder in de armen van extremisten.
Het op orde brengen van de opvang is dus niet alleen van belang voor vluchtelingen, maar ook voor de maatschappelijke vrede. En het gaat pas wanneer opvang wordt losgekoppeld van het debat over het aantal immigranten. Als de VVD echt een ‘asielstop’ wil, moet zij Nederland maar uit de EU laten stappen. Regel in de tussentijd gewoon bij wet sobere, nette behuizing voor langere tijd, mooi verdeeld over het land. Begin met rijke buurten in grote gemeenten die niks bijdragen (welkom in Roozendaal!). En laat een bestuurder met – hoe heet zo’n ding ook al weer – ruggengraat dat zelf ter plekke verdedigen.