Laten we het hele land vol omgekeerde vlaggen hangen
Het halve land hangt vol met omgekeerde vlaggen, en dat is een goede zaak. Heel treffend wordt ermee uitgedrukt dat veel te veel ondersteboven is komen te hangen, het is de wereld op zijn kop. Ik stel daarom voor het hele land op te tuigen met omgekeerde vlaggen, te beginnen bij alle overheidsgebouwen en lantarenpalen. Op die manier kan wellicht ook de kloof tussen stad en platteland enigszins worden gedicht.
Het land hangt ondersteboven, al langere tijd, doordat het publieke en politieke debat wordt vergiftigd met bedreigingen, zowel verbaal als fysiek. Gisteren werd bekend dat Caroline van der Plas de openbaarheid voorlopig mijdt, omdat ze per week meerdere bedreigingen ontvangt, waaronder doodsbedreigingen.
Andere politici kunnen daarover meepraten, Sigrid Kaag is een geheid doelwit, net als Hugo de Jonge, Christianne van der Wal en – een categorie apart – Geert Wilders. Buiten de politiek speelt het evenzeer, vraag het Jaap van Dissel, wetenschappers, journalisten. Het hele idee van een debat ligt onder vuur.
Het land hangt ondersteboven doordat bedrijven die Rijkswaterstaat wilde inschakelen om de levensgevaarlijke wegblokkades van boeren op te ruimen, ook werden geconfronteerd met (doods)bedreigingen, waarna ze afzagen van de klus. Dat ze NSB’ers en landverraders werden genoemd, behoort inmiddels tot het gebruikelijke repertoire, maar normaal is het niet.
Boeren hebben blijkbaar een status aparte
Het land hangt ondersteboven doordat boeren grijpen naar illegale en de facto gewelddadige instrumenten om hun belangen door te drukken. Als hun opposanten hetzelfde zouden doen (stallen bezetten, trekkers onklaar maken, boerderijen blokkeren) zouden ze moord en brand schreeuwen en eisen dat de politie zou ingrijpen.
Het land hangt ondersteboven doordat de politie timide reageert op het boerengeweld, wat in schrille tegenstelling staat tot het politieoptreden bij andere protestacties; boeren hebben blijkbaar een status aparte. Dat blijkt ook uit de late en matte respons van de regering, die zich beperkt tot verontwaardigde tweetjes van de premier en enkele ministers.
Het land hangt ondersteboven doordat de regering de vakantie inging terwijl er grote onrust heerste. De landbouwsector werd de wacht aangezegd met een pakket stikstofmaatregelen, en dat was onvermijdelijk. Maar het bijhorend plan voor een agrarisch toekomstperspectief was ervan losgekoppeld, dat moet nog ingevuld worden. Zo steeg de stress naar grote hoogte, waar het kabinet op reageerde door een bemiddelaar aan te stellen – de tactiek van het afschuiven.
Het land hangt ondersteboven doordat de kringlooplandbouw, waar ministers graag over spreken, nog steeds niet het uitgangspunt is. Duurzaam boeren is hier iets voor de marge, Nederland zit qua areaal biologische landbouwgrond in de achterhoede. De EU wil naar 25 procent in 2030, het Europese gemiddelde is 8 procent, Nederland scoort 4 procent.
Het land hangt ondersteboven doordat we de natuur als een productiemiddel hanteren en de landbouw hebben opgesloten in een dwangbuis van zo hoog mogelijke productie tegen zo laag mogelijke kosten. We belasten ons ecosysteem met grote hoeveelheden stikstof van buiten (via veevoer en kunstmest), om daarmee melk en vlees te produceren dat grotendeels bedoeld is voor de export. Intussen verdwijnt de grond onder onze voeten bijna letterlijk – misschien moet de vlag wel halfstok.