Arib – Solidariteit met de Iraanse vrouwen? Ze verklaren zich liever solidair met hoofdcommissaris Martin Sitalsing, die de mening is toegedaan dat geüniformeerde vrouwelijke dienders hoofddoekjes zouden mogen dragen. Hoe typerend wil je het hebben?
Het is dat ik de steun van mijn wederhelft heb, die bij het ter perse gaan van deze editie nog steeds een vrouw was, hetgeen je er met die nieuwe Transgenderwet voortaan maar beter bij kunt zeggen. Anders had ik dit nooit van z’n leven durven stellen: typisch wijvengekijf, die ruzie tussen de dames Bergkamp en Arib.
Oké, oké, laat ik meteen maar toegeven dat er eigenlijk een andere reden is voor het feit dat ik de lef heb dit zo unverfroren te verklaren: de hedendaagse feministes in dit land zijn nauwelijks nog serieus te nemen.
Vroeger wist je, als man, dat je na een uitspraak van dat kaliber de volle laag van strijdlustige types als Hedy d’Ancona en Anja Meulenbelt zou krijgen en dacht je derhalve wel tien keer na – u heeft gelijk: negen keer – voordat je zoiets te berde bracht. Maar van hun opvolgsters heb je niks te vrezen. Zij gaan zelfs niet eens meer de straat op voor de dappere Iraanse heldinnen die in een bittere strijd zijn verwikkeld met de middeleeuwse religieuze fascisten die in dat land al veel te lang de dienst uitmaken.
Die vrouwen willen met name van het verplichte hoofddoekje af. Met zo’n ernstig onderdrukte groep, die letterlijk een gevecht op leven en dood voert, zou iedere vrije westerse vrouw op alle beschikbare manieren solidariteit behoren te betuigen. Maar in onze volledig gewokificeerde feministische hoek doet men er, net als over de nadelige gevolgen van de Transgenderwet trouwens, waarvan vooral vrouwen het slachtoffer dreigen te worden, hoofdzakelijk het zwijgen toe. Hoe komt dat toch?
Worden zij soms gedreven door angst voor verstoting uit hun lekker veilige bubbel, oftewel door het besef dat zij met zo’n openlijke belijdenis tegemoet zouden komen aan een wens die tevens wordt geuit in kringen die in die bubbel als extreem-, dom- dan wel bruinrechts worden bestempeld? Hoe dan ook verklaart de polderlandse feministe zich nu liever solidair met beleidsbepalers als hoofdcommissaris Martin Sitalsing, die de mening is toegedaan dat geüniformeerde vrouwelijke dienders hoofddoekjes zouden mogen dragen. Hoe typerend wil je het hebben?
Lezer! De schrijver weet zich ineens voor een dilemma gesteld. Hij las zojuist bovenstaande alinea’s terug en stelde vast dat zij wel heel veel ruimte in beslag nemen. Wat nu te doen? Stevig in schrappen omdat hij nu eenmaal het typische wijvengekijf van de dames Bergkamp en Arib als thema heeft gekozen? Of laten staan vanwege de importantie ervan?
Dat laatste, toch maar. En dan wil ik potdorie óók nog even, ten tweede male, naar voornoemde wederhelft verwijzen, omdat je haar sowieso niet moet hebben indien je van zins bent de contemporaire feministische strijd te bevorderen. Zo heeft zij, de smeerlapperij van de betrokken heren erkennende, haar eigen gedachten over de mejoffers die in de affaires rondom types als Harvey Weinstein, Jeffrey Epstein en Peter Nygard met alle mogelijke gretigheid de slachtofferrol hebben omarmd.
Goed, nu dan dat typische wijvengekijf van de dames Bergkamp en Arib.
Moet ik dat echt nog uitleggen?