De alt-rechtse beweging in Nederland is een relatief nieuw fenomeen en heeft zich nog niet volledig ontwikkeld. Er zijn echter een aantal extreem-rechtse en nationalistische groepen in het land die al enkele decennia actief zijn, en sommige van deze groepen zijn in verband gebracht met de alt-rechtse beweging.
Een van de vroegste extreem-rechtse groeperingen in Nederland was de Centrumdemocraten, die actief was in de jaren zeventig en tachtig. De partij pleitte voor een sterke nationale identiteit en was anti-immigrant. Een andere vroege extreem-rechtse groep was de Nederlandse Volks-Unie, die actief was in de jaren tachtig en negentig. De partij was openlijk racistisch en antisemitisch en pleitte voor een blank, christelijk Nederland.
In de jaren 2000 ontstond in Nederland een aantal nieuwe extreemrechtse en nationalistische groeperingen, waaronder de Partij voor de Vrijheid (PVV) onder leiding van Geert Wilders, het Forum voor Democratie (FvD) onder leiding van Thierry Baudet en het Identitair Verzet. Deze groepen zijn in verband gebracht met de alt-right beweging in Europa en de Verenigde Staten, en zij hebben gepleit voor vergelijkbare ideeën zoals anti-immigratie, anti-islam sentiment, en een sterke nationale identiteit.
De PVV en FvD hebben enig succes gehad in de Nederlandse politiek. De PVV is al meer dan tien jaar een belangrijke speler in de Nederlandse politiek en heeft deel uitgemaakt van een aantal coalitieregeringen. Ook het FvD heeft de laatste jaren aan populariteit gewonnen. Beide partijen zijn bekritiseerd vanwege hun anti-immigratie en anti-islam retoriek, en ze zijn beschuldigd van het promoten van een verdeelde en xenofobe agenda.
Het Identitair Verzet is een kleine, maar actieve groep die pleit voor een sterke nationale identiteit en tegen immigratie is, met name uit islamitische landen. De groep staat bekend om zijn straatactivisme en is in verband gebracht met vandalisme en geweld.
De afgelopen jaren is de alt-right beweging in Nederland bekritiseerd vanwege haar verdeeldheid zaaiende en xenofobe retoriek. Er zijn oproepen geweest aan de regering om actie te ondernemen tegen de beweging, en sommigen hebben opgeroepen tot het verbieden van bepaalde extreem-rechtse groepen. Het is echter belangrijk op te merken dat de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering worden beschermd door de Nederlandse grondwet, en er zijn wettelijke grenzen aan wat de regering kan doen om de activiteiten van extreem-rechtse groepen te beperken.
Ook moet worden opgemerkt dat de Nederlandse politieke context verschilt van die in de VS en andere landen, waar de term “alt-right” vaak wordt geassocieerd met witte supremacisten en neonazi’s.
Kortom, de alt-right beweging in Nederland is een relatief nieuw fenomeen, maar heeft banden met een aantal extreem-rechtse en nationalistische groeperingen die al enkele decennia actief zijn in het land. Deze groepen zijn in verband gebracht met de alt-right beweging in Europa en de Verenigde Staten, en zij hebben gepleit voor vergelijkbare ideeën zoals anti-immigratie sentiment, anti-islam sentiment, en een sterke nationale identiteit. Ondanks hun geringe omvang zijn deze groepen bekritiseerd vanwege hun verdeeldheid zaaiende en xenofobe retoriek en de roep om tegen hen op te treden.
De alt-right beweging in de Verenigde Staten
De alt-right beweging in de Verenigde Staten en Nederland delen enkele overeenkomsten wat betreft hun ideologieën en doelstellingen. Beide bewegingen pleiten voor een sterke nationale identiteit en zijn tegen immigratie, met name uit islamitische landen. Ze hebben ook een sterk antiglobaliseringssentiment en staan kritisch tegenover het politieke establishment.
Het is echter belangrijk op te merken dat de alt-right beweging in de Verenigde Staten over het algemeen als extremer en gewelddadiger wordt beschouwd dan de alt-right beweging in Nederland. De Amerikaanse alt-rechtse beweging wordt geassocieerd met blanke suprematie, neonazisme en antisemitisme, en wordt in verband gebracht met geweld en terrorisme. De Nederlandse alt-rightbeweging daarentegen wordt over het algemeen als minder extreem en gewelddadig beschouwd en wordt niet geassocieerd met blanke suprematie of neonazisme.
Bovendien is de politieke context in Nederland anders dan in de Verenigde Staten, en wordt de term “alt-right” in Nederland niet zo vaak gebruikt als in de VS. De Nederlandse extreem-rechtse bewegingen en partijen worden vaak “populistisch” of “nationalistisch” genoemd in plaats van “alt-right”.
Kortom, hoewel de alt-rechtse beweging in de Verenigde Staten en Nederland enige overeenkomsten vertonen wat betreft hun ideologieën en doelstellingen, wordt de Amerikaanse alt-rechtse beweging over het algemeen als extremer en gewelddadiger beschouwd, en wordt zij geassocieerd met blanke suprematie, neonazisme en antisemitisme. De Nederlandse alt-rechtse beweging daarentegen wordt als minder extreem en gewelddadig beschouwd, en wordt niet geassocieerd met blanke suprematie of neonazisme. Ook de politieke context en de terminologie verschillen tussen beide landen.
Trump en zijn connectie met de alt-right beweging
De term “alt-right” werd eind jaren 2000 en begin jaren 2010 in de Verenigde Staten bedacht, en werd meer gebruikt tijdens de presidentscampagne van Donald Trump in 2016. Alt-rechts is een losjes gedefinieerde extreem-rechtse beweging die wordt geassocieerd met wit nationalisme, witte suprematie en antisemitisme. De beweging staat bekend om haar gebruik van internettrolling en memes om haar boodschap te verspreiden, en is in verband gebracht met gewelddaden en terrorisme in de Verenigde Staten.
Tijdens zijn presidentscampagne in 2016 werd Donald Trump bekritiseerd om zijn controversiële uitspraken en beleid ten aanzien van immigranten, minderheden en andere gemarginaliseerde groepen. De campagne van Trump werd ook geassocieerd met de slogan “Make America Great Again”, die velen zagen als een knipoog naar blank nationalisme en blanke supremacistische ideologieën.
De campagne van Trump trok ook steun aan van de alt-right beweging. Steve Bannon, een sleutelfiguur in de alt-right beweging, werd in augustus 2016 aangesteld als CEO van Trumps campagne, en hij diende later als senior adviseur van Trump in het Witte Huis. Tijdens de campagne werd Trump gesteund door prominente alt-right figuren zoals Richard Spencer, die bekend staat om het promoten van blanke nationalistische en blanke supremacistische ideeën.
Na de verkiezing van Trump werd de alt-rechtse beweging aangemoedigd om zich openlijker en agressiever te organiseren. In 2017 marcheerde een grote groep alt-rechtse activisten en white supremacists in Charlottesville, Virginia, waar ze slaags raakten met tegendemonstranten, wat resulteerde in de dood van een jonge vrouw. Trump weigerde aanvankelijk de alt-right demonstranten te veroordelen en zei in plaats daarvan: “Er waren heel goede mensen aan beide zijden.”
Tijdens zijn presidentschap werd Trump ook bekritiseerd om zijn controversiële uitspraken en beleid, met name die welke werden gezien als racistisch, xenofoob en discriminerend. De regering van Trump voerde ook een aantal beleidsmaatregelen door die werden gezien als gericht tegen immigranten en minderheden, zoals het reisverbod voor moslims en het beleid van familiescheiding aan de zuidelijke grens.
Tot besluit: de term “alt-right” werd eind jaren 2000 en begin jaren 2010 in de Verenigde Staten bedacht, en werd breder gebruikt tijdens de presidentscampagne van Donald Trump in 2016. Alt-rechts is een losjes gedefinieerde extreem-rechtse beweging die wordt geassocieerd met wit nationalisme, witte suprematie en antisemitisme. De campagne van Trump kreeg steun van de alt-right beweging, en Steve Bannon, een sleutelfiguur van alt-right, diende als senior adviseur van Trump in het Witte Huis. Trumps controversiële uitspraken en beleid, met name die welke werden gezien als racistisch, xenofoob en discriminerend, werden tijdens zijn presidentschap bekritiseerd.