In de landbouw is onrust ontstaan over de vrijwillige uitkoopregeling voor veehouderijen bij kwetsbare natuur. Deelnemende boeren mogen elders in het land niet opnieuw beginnen. Landbouworganisatie LTO rept van een „beroepsverbod.”
De regeling werd deze week in de Staatscourant gepubliceerd. LTO noemt de bewuste voorwaarde „principieel onjuist.” Het betekent namelijk dat de regeling inzet op „krimp van de beroepsgroep” in plaats van vermindering van de stikstofuitstoot.
Dat laatste was juist het doel van het uitkopen van zogeheten piekbelasters. „Wie zich laat uitkopen, accepteert praktisch gezien een beroepsverbod. Dat kan niet de bedoeling zijn”, zegt LTO-bestuurder Trienke Elshof.
Agrarisch adviseur Steven van Westreenen uit Barneveld, die veel Gelderse veehouders als klant heeft, is verbijsterd. „Dit kan niet waar zijn, dit is onacceptabel”, zegt hij. „Het heeft niks met stikstof te maken. Als iemand elders in het land een bestaand bedrijf koopt, gaat het om bestaande stikstofuitstoot”, geeft hij aan.
Wie zich uit laat kopen mag volgens de adviseur zelfs niet verder boeren door een samenwerking met een andere veehouder aan te gaan, bijvoorbeeld in de vorm van een maatschap of een vennootschap. Concreet betekent dit dat zo iemand boer-af is, althans waar het om veehouderij gaat.
Er is één uitzondering: een veehouder die op meer locaties boert, mag zijn niet uitgekochte vestiging(en) voortzetten. Ook mag iemand die stopt met veehouden elders in het land een akkerbouwbedrijf beginnen, blijkt uit een toelichting op de regeling die op de website van het ministerie van Landbouw staat.
Van Westreenen verwacht dat door het „beroepsverbod” weinig veehouders mee zullen doen aan de regeling. „Alleen wie toch al van plan was te stoppen heeft misschien belangstelling.” Daarmee dreigt de uitkoopregeling de plank mis te slaan. „Kleine, verouderde bedrijven zijn er niet veel meer. De piekbelasters zijn moderne, grotere bedrijven. Vaak zitten daar boeren op die wél door willen gaan, op een andere plek. Als dat niet mag, zullen boeren blijven zitten waar ze zitten.”
https://www.youtube.com/watch?v=arh5SG7PEYY
Een woordvoerder van landbouwminister Carola Schouten zegt dat geen sprake is van een beroepsverbod, nog afgezien van het feit dat het om een vrijwillige regeling gaat. De bepaling heeft te maken met regels voor besteding van overheidsgeld. „En ze heeft ook met stikstof te maken. Iemand zou bijvoorbeeld met overheidsgeld een geitenboerderij kunnen beginnen, waar je niet in alle provincies dierrechten voor nodig hebt. Voor boeren die willen omschakelen of verplaatsen, bestaan andere regelingen.”
De opkoopregeling voor veehouderijen bevat een voorwaarde die neerkomt op een beroepsverbod voor de betreffende veehouder. Dat hij of zij nooit elders in Nederland meer het beroep van veehouder mag uitoefenen, is een enorme ingreep.
Het voor altijd stoppen als veehouder is een harde voorwaarde in de regeling voor de opkoop van veehouderijen bij overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, zoals LNV eind oktober naar buiten bracht. Met deze regeling kunnen provincies gericht veehouderijen opkopen bij Natura 2000-gebieden.
Feit is dat de – vrijwillige – regeling iedere mogelijkheid om actief te blijven in de sector onmogelijk maakt, als een veehouder tekent bij het kruisje.
Letterlijk staat er in de opkoopregeling in artikel 6 ‘Blijvende reductie’, onder lid 3: “De provincie draagt er zorg voor dat in het kader van de aankoop wordt overeengekomen met de veehouderij dat deze: niet elders in Nederland een veehouderij zal vestigen of overnemen, ook niet via een deelneming van de veehouder in een vennootschap, samenwerkingsverband of anderszins.”
Een feitelijk beroepsverbod, en dat is deze voorwaarde, is onacceptabel
Daar is geen woord Spaans bij. De veehouder die akkoord gaat met deze regeling mag nooit meer als veehouder aan de gang. Zelfs als hij of zij als akkerbouwer verder zou willen, is er een forse blokkade opgeworpen. Veel akkerbouwers hebben samenwerkingsverbanden met een of meer veehouders, volgens bovenstaand citaat is een dergelijk samenwerkingsverband echter ook verboden voor de boer die zijn handtekening zet onder de opkoopregeling.
‘Onacceptabele voorwaarde’
LTO vindt de voorwaarde dat veehouders nooit hun beroep in Nederland meer mogen uitoefenen veel te ver gaan. LTO-bestuurder Trienke Elshof: “Een feitelijk beroepsverbod, en dat is deze voorwaarde, is onacceptabel. Deze regeling zet in op krimp van de beroepsgroep.” Toch geeft LTO veehouders niet het advies om een dergelijk contract niet te tekenen. “Dat laten we over aan iedere individuele veehouder.
Het is natuurlijk een groot verschil of het een oudere veehouder zonder opvolger is of een jonge veehouder die zijn beroep nog jaren wil kunnen uitoefenen. Die laatste moet wel heel goed nadenken of deze opkoopregeling voor hem of haar wel geschikt is. Mijn advies is in ieder geval: neem een goede adviseur in de arm als dit speelt.” Elshof is wel verbaasd over deze clausule in de regeling. “Als een veehouder elders opnieuw zou beginnen is er geen sprake van een toename van stikstofuitstoot. Daarnaast kan dat op een locatie zijn die geen invloed heeft op een Natura 2000-gebied.”
Juristen waarschuwen voor het zetten van een handtekening onder de opkoopregeling
Boerenactiegroep Farmers Defence Force is faliekant tegen een opkoopregeling met een dergelijk clausule. Op hun website staat hun niet mis te verstane mening: “Deze boeren mogen nooit weer een veehouderij voeren, of deelnemen aan een maatschap of samenwerkingsverband. De opvolging met één pennenstreek uitgewist!”
‘Zwaar middel’
Juristen waarschuwen voor het zetten van een handtekening onder de opkoopregeling. Volgens advocate Paulien Waninge van PlasBossinade advocaten in Groningen moeten veehouders zich goed realiseren waar ze voor tekenen. “Akkoord gaan met een overeenkomst met daarin een dergelijke voorwaarde is niet verstandig, mocht men ooit overwegen weer actief te worden in de sector.
Als je als veehouder een handtekening zet onder een overeenkomst met een dergelijke zinsnede, stem je ermee in.” Het is misschien niet onmogelijk om in een juridische procedure deze clausule achteraf ongedaan te maken, maar met een overeenkomst die je zelf ondertekend hebt, wordt je positie niet sterker. Waninge heeft sterke twijfels of deze voorwaarde wel voldoet aan het evenredigheidsbeginsel en de proportionaliteit. “Hier wordt wel een heel zwaar middel ingezet, een veehouder mag nooit meer zijn beroep uitoefenen. Of dat in een procedure voor de rechter overeind blijft, vraag ik me af.”
Ik heb sterke twijfels of een dergelijke formulering overeind blijft bij een rechter
Ook Paul Bodden, advocaat bij Hekkelman Advocaten in Nijmegen, vindt de voorwaarde die LNV in de opkoopregeling stelt neigen naar een beroepsverbod. “Dit is wel heel strikt geformuleerd, bovendien is het ook nog voor onbepaalde tijd, dus levenslang. Dat is nogal wat, het lijkt sterk op een beroepsverbod”, aldus Bodden. “Bovendien wordt er geen rekening gehouden met eventuele wel of niet aanwezige Natura 2000-gebieden op de nieuwe vestigingslocatie.
Ook staat er niets over de toepassing van de nieuwste technieken om uitstoot te voorkomen. Daarmee grijpt de regeling veel verder in dan alleen het voorkomen of beperken van stikstofuitstoot op Natura 2000-gebieden.” Vanwege de verstrekkende gevolgen van de voorwaarde voor veehouders stelt Bodden, net als Waninge, vraagtekens bij de juridische houdbaarheid van de passage in de opkoopregeling. “Ik heb sterke twijfels of een dergelijke formulering overeind blijft bij een rechter.”
‘Onrechtmatig en immoreel’
Willem Bruil, voormalig bijzonder hoogleraar Agrarisch Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, gaat nog een stap verder. “De gesaneerde veehouder wordt door deze voorwaarde een misdadiger die voorgoed moet worden uitgesloten van de economische activiteit veehouderij”, stelt Bruil in zijn column in Boerderij. Ook heeft Bruil kritiek op het feit dat het verbod veel verder gaat dan de plaatselijke situatie. “Dit heeft niets meer te maken met de reductie van de stikstofdepositie ter plaatse van het gesaneerde bedrijf, maar komt neer op een beroepsverbod voor de veehouder.”
Een beroepsverbod kan door een rechter worden opgelegd in het kader van een strafrechtelijke veroordeling (artikel 28 Wetboek van Strafrecht). Dan moet een ondernemer het wel heel bont hebben gemaakt, stelt Bruil. Bij deze regeling heeft het echter niets te maken met de kwaliteit ondernemerschap van de veehouder, het beroepsverbod komt voort uit de locatie waar zijn bedrijf gevestigd is. In de ogen van Bruil is deze voorwaarde niet alleen niet te handhaven, maar ook onrechtmatig en immoreel.