Lieve leden van de Staten-Generaal,
Sommige inzichten komen geleidelijk. Tot andere worden we met geweld gedwongen. En soms – en dat zijn misschien wel de meest waardevolle inzichten – komt de inspiratie voor een nieuw perspectief van alle kanten tegelijk. Dit jaar is van dat laatste sprake.
We zijn tot een inzicht gekomen dat om actie vraagt. Radicale actie, welteverstaan. Daarom dit jaar geen holle frases meer, geen citaten van lieve historici die u moeten sussen met een idee van de betrekkelijkheid van alles. Als we al willen openen met een citaat, laat het dan Bertolt Brecht zijn die schreef dat niets de misdaden van de bezittende klasse zo goed bedekt als de onwaarschijnlijkheid ervan.
Want onwaarschijnlijk in de zin van onvoorstelbaar is het absoluut, de werkelijkheid van Nederland anno 2022. We hebben een systeem opgetuigd dat veel Nederlanders armer heeft gemaakt dan ze zouden moeten zijn. De ongelijke (en we willen eraan toevoegen: de onbehoorlijke) verdeling van welvaart heeft er bovendien toe geleid dat Nederland zijn richting bijna volledig is verloren.
Brood en spelen
Laten we daar eens kort bij stilstaan, op deze bijzondere dinsdag: wat voor land zijn wij eigenlijk geworden? Als los zand hangen wij aan elkaar, omdat de nationale identiteit van ons land als een verre schim in onze herinneringen leeft. Wat hebben we nodig om die noodzakelijke verbondenheid te voelen, om weer het gevoel te hebben dat we trots zijn om Nederlands te zijn, trots genoeg om onze vlag hoog op te hijsen en niet ondersteboven te hangen of te willen verruilen voor de vlag van onze voorouders?
De oude Romeinen noemden brood en spelen als elementen voor een tevreden samenleving. In Nederland is er aan spel geen gebrek. Voor hockey, voetbal en autoraces steken we ons in de nationale kleur, en als onze jongens en meisjes winnen, leunen we met vochtige ogen tegen elkaar aan. Die euforie neemt echter niet weg dat te veel van ons honger lijden. En het neemt ook niet weg dat allang is gebleken dat brood veel belangrijker is dan spelen.
Een huiveringwekkend feit dat ons heeft wakker geschud uit, laten we eerlijk zijn, een comfortabel dommelen in de hogere regionen van de sociaal-economische laag waarin wij als bestuurlijke elite ons bevinden, is de berekening dat deze winter 1,2 miljoen Nederlanders door de armoedegrens zullen zakken, waarvan er 308.000 kinderen zijn.
Op hetzelfde moment zien onze boeren zich verstrikt in een onhoudbaar en onmogelijk systeem dat onze aarde volledig uitput. Want wat blijkt: zo welvarend als Nederland is, zo arm is onze grond na decennia intensieve landbouw. De overbelasting van grond en water heeft ertoe geleid dat het onmogelijk is voor boeren om in het huidige systeem geld te blijven verdienen. Zij kunnen dit niet zelf omkatten: daarvoor is het systeem te groot, en te machtig.
Tegelijkertijd is het ons gelukt om de ruggengraat van onze samenleving – de mensen die ons verzorgen wanneer we ziek zijn, de mensen die onze kinderen leren lezen en rekenen, de mensen die ons beschermen – schandalig te verwaarlozen. Waar wij het voor de rijken vanzelfsprekend vinden om te trachten nog rijker te worden, verwachtten wij decennialang dat de middenklasse drijft op hun mensenliefde, en hun verlangen om de ander te dienen eerder dan zichzelf.
We zullen een voorbeeld geven, dat er helaas slechts een is van de talloze die we hadden kunnen noemen ter indicatie van de onwaarschijnlijkheid van de misdaden die onder onze ogen plaats vinden.
Het systeem dat we zelf lang geleden hebben opgetuigd, en dat ons vaak goed gediend heeft, is ons nu in hoog tempo aan het vernietigen
Als wij horen dat Shell, het bedrijf dat ons zo na aan het hart staat, in slechts zes maanden tijd 20 miljard euro winst heeft gemaakt, dan zou dat ons in het verleden met trots hebben vervuld. Maar nu wij bedenken dat dit betekent dat het 250.000 euro winst per werknemer is, dan happen wij ongelovig naar adem. Is dit wat wij hebben geschapen? Een systeem waarin de 80.000 mannen en vrouwen bij een bedrijf werken, elk voor zich heeft bijgedragen aan die 2,5 ton winst die zij per persoon belichamen, maar die hiervan niets zelf terugzien? Het komt, beseffen wij nu, doordat wij een systeem hebben gecreëerd waarbij het te makkelijk en vaak genoeg zelfs vanzelfsprekend is om een oneerlijke verdeling van rijkdom te maken.
De conclusie is een harde: dit land is stuk.
Exorbitante winsten
Het systeem dat we zelf lang geleden hebben opgetuigd, en dat ons vaak goed gediend heeft, is ons nu in hoog tempo aan het vernietigen. Maar het is nog niet te laat. Want een systeem kan ook gedeconstrueerd worden. En dat is waar we in het nieuwe regeringsjaar een begin mee gaan maken. Een stelsel dat nog vorm moet krijgen, maar waarvan we nu collectief hebben besloten dat de uitkomst moet zijn dat het de mensen dient – en niet alleen de winst. We zetten een stip aan de horizon waarbij de ambitie staat voor menselijkheid, gematigdheid maar vooral: gelijkwaardigheid.
Vanuit die idealen zullen we exorbitante winsten sterker belasten, we zullen het moeilijker maken om belastingen te ontduiken, en we zullen het geld dat we daarmee verdienen terug laten vloeien niet alleen in de maatschappelijke welvaart van zorg en woningrecht, maar we zullen ermee ook gezondere, op de toekomst gerichte industrieën optuigen.
Het is een hele kluif, lieve mensen, en hoe we het precies doen moeten we nog uitvogelen, maar vanaf vandaag hebben we de deur opengezet naar een politiek van bevlogenheid en idealen. Het land is misschien stuk, maar we zijn rijk genoeg om het te repareren. Het enige dat we nodig hebben is een visie, en de oprechte wens om ons land menselijker en eerlijker te maken. Het herstel van Nederland volgt als vanzelf. We hebben er alle vertrouwen in.