Algemene Rekenkamer tikt het kabinet op de vingers: Administratieve chaos, een verschil van 200 miljoen!
De Algemene Rekenkamer heeft de conclusie getrokken dat het kabinet niet transparant is over de miljarden euro’s die worden besteed aan het tegengaan van klimaatverandering.
Zo zouden verschillende ministeries in hun begroting zaken als windparken op zee of de sanering van de veestapel niet transparant zijn over de kosten. Het is niet duidelijk om hoeveel geld het gaat. Het parlement zou volgens de Algemene Rekenkamer geen “eenduidig en compleet” overzicht van de betrokken ministers krijgen en daarmee is het moeilijk om inzicht te krijgen in de miljardenuitgaven.
Reden voor de Algemene Rekenkamer om verschillende overzichtsrapportages en begrotingen onder de loep te nemen. Onderzoekers trekken daarmee de conclusie dat niet alles “altijd consistent en navolgbaar” is.
Zo spreekt Minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) over hele andere bedragen dan haar collega van Economische Zaken Micky Adriaansens (VVD). Kaag zegt namelijk dat de windparken op zee 150 miljoen euro goedkoper uitvallen. Het ministerie van Landbouw spreekt over 259 miljoen euro voor de sanering van varkenshouders terwijl elders gesproken wordt over een bedrag van 44 miljoen euro.
Het gepruts en de onzorgvuldigheid van ons kabinet wordt door het onderzoek van de Algemene Rekenkamer maar weer eens duidelijk. Het is niet uitgesloten dat bepaalde uitgaven onterecht in de begroting zijn opgenomen.
Het kabinet sjoemelt met cijfers en neemt het blijkbaar niet zo nauw met de miljoenen die uitgetrokken worden voor de klimaatagenda. De prioriteiten van het kabinet zijn weer duidelijk zichtbaar en er moet kosten wat het kost belastinggeld in de klimaatagenda gepompt worden.
Met verschillen die uitschieten tot maar liefst 200 miljoen euro is de chaos compleet. Zo zou minister Jetten ook de taak hebben om een goed overzicht van de klimaatkosten te overhandigen maar de uitvoering is uitermate rommelig en daardoor is de kans groot dat er geen volledig overzicht wordt aangeleverd.
Rekenkamer: kabinet geeft geen ‘totaalplaatje’ van Nederlandse klimaatuitgaven
Het kabinet faalt in de verplichting om de Eerste en Tweede Kamer een duidelijk beeld te geven van de Nederlandse klimaatuitgaven. Dat stellen onderzoekers van de Algemene Rekenkamer in een nieuw rapport.
De rekenkamer stelt dat definities van wat onder klimaatbeleid valt ontbreken en ministers rapporteren uiteenlopende bedragen over klimaatmaatregelen.
Honderden miljoenen verschil
3 ministers rapporteren elk jaar over de klimaatuitgaven: minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat doet dat in haar begroting en de minister Kaag van Financiën baseert een overzicht in de Miljoenennota daarop. Minister Jetten voor Klimaat en Energie brengt jaarlijks een Klimaatnota uit. De rekenkamer constateren dat die rapportages soms van elkaar afwijken.
De registratie en controle op klimaatuitgaven door deze bewindspersonen is volgens de onderzoekers niet eenduidig; bedragen in de overzichtsrapportages verschillen van de begrotingen van ministers. In een enkel geval kan dit verschil zelfs 200 miljoen euro per jaar zijn. Daarnaast ontbreekt een eenduidige definitie van klimaatbeleid en klimaatuitgaven.
Minister Jetten voor Klimaat en Energie heeft een wettelijke taak uitgaven voor klimaatbeleid inzichtelijk te maken. De rekenkamer constateert dat hij echter alleen een overzicht van maatregelen overneemt dat minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat bij diverse ministeries heeft opgevraagd. Zelf controleert Adriaansens die aangeleverde informatie evenmin.
Voorbeelden
De Tweede Kamer heeft het kabinet de afgelopen jaren enkele malen om betere overzichten van klimaatuitgaven gevraagd. Diverse ministers sturen begrotingen, jaarverslagen en andere documenten zoals de Klimaatnota naar het parlement. Maar de overzichtsrapportages zijn volgens de rekenkamer niet altijd consistent en navolgbaar, aldus de Algemene Rekenkamer.
Zo schrijft minister Kaag van Financiën in de Miljoenennota 2022 dat het aansluiten van windparken op zee 150 miljoen euro minder kost dan wat minister Ariaansens van Economische Zaken en Klimaat in haar overzicht in de begroting vermeldt. Een ander voorbeeld is dat minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 40 miljoen euro uittrekt voor de verduurzaming en het onderhoud van huurwoningen. Die subsidiemaatregel komt in de overzichtsrapportages van klimaatuitgaven niet voor.
Fossiele subsidies
In die kabinetsrapportages ontbreken volgens de rekenkamer daarnaast ook uitgaven die via fondsen of staatsbedrijven, zoals Gasunie en TenneT, worden gedaan. Dat geldt ook voor de uitgaven voor buitenlands klimaatbeleid.
De Klimaatnota bevat evenmin informatie over ander overheidsbeleid dat via onder meer fiscale regelingen haaks staat op de klimaatdoelstellingen van het kabinet. Zo verminderen ten minste 5 fiscale regelingen die op fossiele brandstoffen zijn gericht volgens de Miljoenennota dit jaar de belastinginkomsten met 4,6 miljard euro. De Algemene Rekenkamer heeft in eerder onderzoek aangetoond dat bewindspersonen het parlement over de effectiviteit van fiscale regelingen slechts beperkt informeren, terwijl de derving van belastinginkomsten substantieel is.
Jetten erkent fouten
Onder aan de streep concludeert de Algemene Rekenkamer dat vanwege het ontbreken van heldere definities scharen ministeries mogelijk te gemakkelijk maatregelen onder klimaatbeleid of worden relevante maatregelen juist niet opgenomen. De minister voor Klimaat en Energie controleert dat niet voor de Klimaatnota. Door de wijze van rapporteren is het voor de Kamerleden niet goed mogelijk vast te stellen hoeveel geld het kabinet uitgeeft aan klimaatmaatregelen.
Minister Jetten geeft in een eerste reactie toe dat er fouten gemaakt worden. ‘Ik erken dat er enkele inconsistenties tussen dit overzicht en de overzichten in de departementale begrotingen zijn geweest. Ik ben daarom voornemens om de nodige acties te nemen om voor een beter en consistent overzicht te zorgen. Hiervoor zal ik in overleg met de departementen een eenduidige definitie uitwerken, zodat duidelijk is welke uitgaven als klimaatuitgaven worden gezien. Daarnaast zal ik er zorg voor dragen dat deze definitie interdepartementaal consequent wordt toegepast.’